Het grootste en eerste leugen van Harald Doornbos over mij. Op zijn weblog schrijft hij onder het kopje BIZAR:
“Wat het allemaal nog een beetje extra bizar maakt, is dat Reza Atlaschi zelf op z’n 16e (hij is nu begin 40) vanuit Iran naar Nederland is gevlucht en de Nederlandse nationaliteit heeft aangenomen. Goh, wat ontzettend joviaal om een journalist uit het land dat je heeft opgenomen, nu te willen aangeven bij de autoriteiten waar je destijds zelf voor bent gevlucht. Merkwaardige gast die Atlaschi.”
A) Rekenen kan Harald Doornbos ook al niet: Ik was 14 en niet 16.
B) Ik ben nooit gevlucht voor de autoriteiten uit Iran, hoe hij aan die onzin komt is mij werkelijk een raadsel. Is het zijn vooroordeel of zuigt hij het voor het gemak uit zijn journalistieke duim?
Mijn aankomstverhaal in NL:
Op 15 september 1980 kom ik samen met mijn vader aan in Nederland op een visum voor 1 maand, met de bedoeling een studievisum aan te vragen bij de Amerikaanse consulaat in Amsterdam. Mijn broer studeerde al in VS sinds 1978 en ik zou me ook bij hem gaan voegen om daar mijn middelbare school af te maken. Waarom? Iran verkeerde op dat moment in een zeer onrustige post-revolutionaire periode. De Amerikaans getinte school in Teheran waar ik op zat lag plat en moest worden hervormd.
Mijn vader deed sowieso 2x per jaar Nederland aan voor zaken(textielgrondstoffen en textielmachines van Stork voor zijn textielfabriek en textielhandel), en logeerde dan altijd bij een familielid die al sinds 1964 als jonge marineofficier in opleiding in Nederland was beland (vergane Hollands glorie, Verolme scheepsbouw!) en hier was gebleven na zijn opleiding en met zijn Nederlandse geliefde was getrouwd en samen 2 kinderen hadden. Daarom kozen wij om het visum voor VS hier in Nederland aan te vragen tijdens zijn jaarlijkse zakenreis, en mijn schoolvakantie.
Op 22 september 1980, exact een week na aankomst in Nederland valt het Irakse leger massaal Iran binnen en breekt er een full-force oorlog aan. Mijn pa wil onmiddelijk terug gaan maar niet met mij, want de situatie is nu nog chaotischer en niemand weet hoe de lang die oorlog gaat duren. Ons familielid biedt aan om mij voorlopig in zijn gezin op te nemen tot de oorlog is afgelopen (op dat moment denkt iedereen dat die oorlog na een paar weken of maanden afgelopen zou zijn, het werden 8 lange jaren). Mijn vader gaat ermee akkoord na telefonisch overleg gehad te hebben met mijn moeder dat het hem de beste oplossing lijkt voorlopig.
Dus melden wij ons op 7 oktober 1980 netjes aan bij de vreemdelingenpolitie in Vlaardingen, en vragen wij een tijdelijke verblijfstitel voor mij in verband met de oorlog en de wantoestanden in Iran. Ons familielid vraagt ook inmiddels officieel voogdij aan bij de kinderbescherming en zo vertrektmijn pa terug naar Iran, op 15 oktober 1980, exact een maand na ons aankomst. Ik zie hem nooit meer, hij overlijdt op 15 maart 1983.
Zo begint mijn geschiedenis dus in Nederland. Je zou kunnen zeggen stom toeval, of speling van het lot. Vanaf oktober 1980 ging ik naar school, de Internationale Schakel Klas of ISK om Nederlands te leren. In diezelfde maand ga ik op voetbal, mijn passie, bij junioren B2 team van Fortuna Vlaardingen. Al op 7 november 1980, maand na aanvraag, komt de eerste afwijzing van het verzoek. Het duurde ruim 2,5 jaar, 12000 guldens aan advocaatkosten (terwijl ik me elke maand bij de vreemdelingenpolitie in Vlaardingen moet melden) voordat ik eindelijk een B-status kreeg (dit was een vluchteligen-light verblijfstitel, op grond van humanitaire redenen, en is inmiddels al jaren afgeschaft) in maart 1983.
Dus: als ik ergens voor gevlucht ben, is het voor de agressie van het Iraakse leger tegen Iran, en niet voor de Iraanse autoriteiten.
Vervolgens gaat Doornbos door met zijn volgende leugens, onder het kopje CULTURELE WEERWOLF:
“Noem Atlaschi een culturele weerwolf. Want overdag hangt hij de voorbeeldige migrant uit. Multi-culti tot op het bot, zo lijkt het.”
Maar niet alles is wat het lijkt Harald. Multi Culti? Ik? O ja? Zal ik zelf vertellen hoe het wel zit?
Ik ben na het VWO in Delft gaan studeren, en daar werd ik lid van het Delftsch Studenten Corps, lelieblank en super elitair, zeker toen in 1985. En na Delft heb ik in mijn werkomgeving ook altijd tussen Nederlanders verkeerd.
Ik heb me juist jarenlang schuldig gemaakt aan het verachten van “gastarbeiders”, de Turken en Marokkanen en de negers, de baarden en de hoofddoeken. Nee ik was één met mijn lelieblanke Corporale omgeving, dacht ik. Jarenlang neergekeken op niet-Corpsleden. Linkse rakkers op de universiteit zoals Harald Doornbos waren voor ons “knorren”. Daar ging je niet mee om.
Ik heb juist de afgelopen jaren beseft hoe stom ik geweest ben om daar blind aan mee te doen al die jaren. Ik heb me juist moeten deprogrammeren de afgelopen jaren om los te komen van dit ingebakken arrogantie van elitair Nederland, van dit gif van geïnstitutionaliseerde racisme.
Dat ik met het initiatief voor het Museum voor Immigratie & Diversiteit ben begonnen heeft juist te maken met mijn schuldgevoelens, als boetedoening voor mijn stomme en kortzichtige houding in mijn jonge jaren. Door toeval leerde ik in 2004 een Marokkaans jongetje van 14 kennen,Youssef, 3e generatie, geboren in Rotterdam. Ik begon bijlessen wiskunde te geven aan hem en zo werd ik een soort mentor , broer of vaderfiguur voor hem. Door steeds meer over de gescheidenis van de familie van deze jongen te weten te komen tijdens lange gesprekken met hem, zijn mijn ogen steeds meer open gegaan voor de moeilijke omstandigheden en lange lijdensweg van de laaggeschoolde arbeidsmigranten uit de jaren 60 en 70 en de enorme opofferingen die ze voor lief hebben moeten nemen om hun kinderen een betere toekomst te geven in Nederland . Daarom wil ik iets terug doen voor deze hedendaagse “Les Miserable” die en masse zijn gebruikt, afgeschreven en weggezet als maatschappelijk grofvuil. Door ze een plek geven in de geschiedenis van Nederland, door hun verhalen te verzamelen en in een educatieve setting in een museum deze verhalen over te dragen aan al die mensen die ook zo blind zijn , zoals ik zelf jarenlang ben geweest. Door de immigranten in Nerderland een ode te laten brengen aan dit land, hun nieuwe land, dat al 5 eeuwen lang grote golven immigratiecycli heeft gekend en er altijd een weg heeft gevonden om er het beste van te maken.
Dus meneer Doornbos, ik ben noch “multi culti tot op het bot”, noch “fel anti-Arabisch” zoals jij het stelt vanuit je luie journalistieke stoel.
Ik kan hier alle onwaarheden, aannames, en kromme beredeneringen in zijn artikle een voor een gaan zitten corrigeren, maar ik laat het voorlopig hier bij deze twee voorbeelden.
dinsdag 9 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten